![Afbeelding](https://live.staticflickr.com/65535/50439882763_83be193724_b.jpg)
Deel 1.
In Period, dat is altijd het eerste waar ik aan moet denken bij de eerste generatie New Mini. Toen ik 17 jaar was bestelde mijn oma een haar Mini Cooper R50 met Pepper pakket, climate control, cruise control en trekhaak. Al mijn hele leven ben ik bezeten van auto’s en auto bladen en toen de New Mini op de markt kwam kreeg ik er geen genoeg van, ik wilde alles lezen en wilde elke opinie lezen. Het was voor mij liefde op het eerste gezicht. Het was een Mini, maar toch ook niet. Hij was deels ontworpen door BMW maar was toch écht typisch Mini.
Al voor ik mijn rijbewijs had wist ik zeker dat het belangrijkste aan een auto het chassis is. De wijze waarop de wielen aan de carrosserie zijn bevestigd zijn grotendeels verantwoordelijk voor de wijze waarop de auto rijdt. De pers was niet per sé heel enthousiast over de van Chrysler geleende mini in de Cooper (ik ben er nog steeds laaiend enthousiast over, maar daarover later meer). Waar iedereen het wel unaniem over eens was, was het rijgedrag van de nieuwe Mini.
Deze auto werd voor mijn oma besteld toen ik 17 jaar was, ik werd niet volledig meegenomen in het bestelproces en daarom zijn er wat zaken “vergeten” die ik als absolute must zie. Dat ben ik nu aan het rectificeren. Toen de auto op 22 februari 2005 eindelijk klaar stond aan de Europalaan in Enschede bij Smudde mocht ik mee naar de aflevering. Hoewel ik nog niet mocht rijden wist ik zeker dat ik ook ooit zo’n auto moest bezitten. Op dat moment kon ik nog niet bevroeden dat het deze specifieke auto zou zijn.
Mijn oma moest nog een paar maand mijn smeekbedes aanhoren of ik alsjeblieft de auto mocht lenen als ik straks mijn rijbewijs heb. Meermaals gaf Oma aan dat het geen probleem was dat ik de auto zou mogen lenen als ik maar voorzichtig zou zijn. Toen het een paar maand later dan eindelijk zo ver was was ik niet weg te slaan bij de Mini. De auto was nog niet ingereden dus dat moest eerst gebeuren. De rest van de familie leek het niet verkeer dat ik er een paar kilometer op zou zetten dus de inrijperiode was gauw voorbij. Hoewel ik in die tijd reed als een losgeslagen idioot heb ik de inrijperiode keurig netjes volbracht. Na 1.200 kilometer kon het gas erop volgens Smudde en man o man, ging het gas erop! Wat een genot was dat motortje. Via mijn toenmalige lijfblad EVO Magazine had ik al geleerd dat een auto met weinig vermogen je fouten afstraft en goed rijden beloond. Man Man Man wat werd ik beloond. Die Mini had een wegligging! Ongekend. Ik greep elk excuus aan om met de auto uit rijden te gaan.
Rond dezelfde tijd bestelde mijn moeder een praktisch gelijke auto, al was dat een rampenexemplaar, de ECU vloog in de fik en hoewel de auto 3 nieuwe transmissies kreeg in twee jaar tijd mocht het niet baten en was het een dramatische rijervaring, lang niet zo goed als de auto van Oma. De Mini van Moeders werd na twee jaar ingeruild en vervangen door een R56. Hoewel dat in eigenlijk alle opzichten een betere auto is kon de motor in de R56 mij nooit bekoren, hij klinkt voor geen meter en mist de heerlijke power opbouw van de single cam in de R50. Daarbij vind ik een R50 gewoon veel mooier. Met afstand de mooiste New Mini tot nu toe.
Ik mocht met de Mini op zomervakantie naar het Gardameer en genoot met volle teugen van het heerlijke rijgedrag. Hoewel mijn ex-vriendin het niet kon waarderen was het kleine stadsrakkertje maximaal haaks een dubbelbaans verlaten rotonde overgooien voor mij het absolute hoogtepunt van de vakantie. Dat was ook direct de enige keer dat de auto echt hard aan de bak moest. In een dikke week tijd reed ik ongeveer 3,000 kilometer met de auto en voor de rest werd de auto soms weken achter elkaar niet gebruikt.
Het is inmiddels ruim 15 jaar geleden dat we de poorten van de Europalaan achter ons lieten en sindsdien heeft de auto maar 24.500 kilometer gereden. De laatste jaren kan oma niet meer rijden en werd de auto eigenlijk alleen nog gebruikt als we met haar ergens naartoe gaan. Daar kun je geen auto voor aanhouden dus kreeg ik de kans de auto te kopen.
In 2005 had ik niet het geld om een nieuwe Mini te kopen, zelfs een gebruikte werd lastig. Tussen 2005 en 2020 ben ik meermaals dicht bij de aanschaf geweest van een Mini. Roy Spenkelink, één van de absolute goeroe’s voor wat betreft Mini’s in Nederland is door de jaren heen, mede door onze gezamenlijke passie voor het Bayerische Britje, een vriend geworden en we hebben samen heel wat avonturen met Mini’s beleeft.
Dankzij de soepel houding van zowel mijn moeder als oma zat ik nooit zonder Mini en had het voor mij zelfs geen zin om er één aan te schaffen, ik kon er immers gratis gebruik van maken en hoefde af en toe niet eens de tank vol te gooien, pure winst, vooral tijdens mijn studententijd. De ritten met de Newminiclub waren vaak een hoogtepunt waar ik nog steeds warme herinneringen aan bewaar.
Maar nu is het tijd om zelf herinneringen te gaan maken in een Mini, want hoewel de purist het unieke karakter van deze Mini wellicht zal willen conserveren, tezamen met de lage kilometerstand, heb ik hele andere plannen. Deze auto blijft niet geheel origineel en is een plank canvas om te dienen als basis voor mijn ultieme Mini.
Laten we maar eens beginnen met wat achterstallig onderhoud weg te werken en wat foutjes tijdens het bestelproces recht te zetten.